category_news
‘Geef dieren niet de schuld van zoönosen als mensen ze uit hun habitat jagen’
Ratten met de pest, vleermuizen met COVID-19 — het is gemakkelijk om te denken dat zieke dieren het probleem zijn van deze gezondheidsissues. Dat is oneerlijk, stelt dr. Bernice Bovenkerk. Voor duurzame en eerlijke mondiale gezondheid moet de mens juist haar eigen verantwoordelijkheid nemen en leren samenleven met de natuur.
Met de opmars van de pandemie werd ook de speculatie rondom de oorzaak van COVID-19 steeds intenser. Waar was de ziekte overgesprongen van dier op mens? Al snel werd de vleermuis naar voren geschoven. Bij dat dier zou de ziekte zijn begonnen. “Maar een echte oorzaak hebben we daarmee nog niet gevonden,” stelt dr. Bernice Bovenkerk, universitair hoofddocent bij de Wageningen Philosophy Group. “Daarvoor zouden we moeten vragen waaróm de vleermuis überhaupt in de buurt van de mens kwam. En voor het antwoord op die vraag, moeten we vooral naar onszelf kijken.”
Bovenkerk is gespecialiseerd in vragen over dierethiek en milieufilosofie. Als het gaat over gezondheidsrisico’s zoals covid of ebola, maar ook q-koorts of vogelgriep, stelt zij de vraag hoe die risico’s eerlijk kunnen worden verdeeld tussen mens, dier en omgeving. “Vernietigen wij het habitat van vleermuizen, dan moeten we niet verbaasd zijn dat ze uitwijken naar onze boerderijen en plantages, of in aanraking komen met ons vee. Die vleermuis wilde niet ziek worden of ons bezoeken, maar hun wereld is te klein geworden. Wijzelf zijn de oorzaak van dat stijgende gezondheidsrisico.”
One Health: mens, dier en milieu
Wageningen University & Research (WUR) is dit jaar gastheer van het internationale symposium Paradigm Shifts for Global One Health. De One Health-benadering gaat uit van een wederzijds verband tussen de gezondheid van mens, dier en milieu. “Als dieren ziek worden,” legt Bovenkerk uit, “stijgt ook het risico voor mensen, en als ecosystemen uit balans raken, komt de gezondheid van mensen en dieren ook in het geding. Daarom is het zo belangrijk dat we de natuur niet langer benaderen als een voorraad om te plunderen of een kracht die we kunnen beheersen. Nee, we kunnen onszelf beter als een onderdeel van de natuur gaan zien.”
“Ebola, bijvoorbeeld, was een gevolg van habitatfragmentatie,” stelt Bovenkerk. “Om ruimte te maken voor palmolieplantages worden grote stukken woud gekapt. Wat blijft er over? Eilandjes bos vol dicht op elkaar gepakte dieren.” Dat verlies van leefgebied levert stress op en gestreste dieren zijn vatbaarder voor ziekte. Het gebrek aan ruimte dwingt ze vervolgens om uit te wijken naar de omliggende plantages. Daar komen de wilde dieren in aanraking met ons vee en met ons. “Maar als voedselproducenten niet zoveel palmolie in hun producten gebruikten, was er geen reden geweest om dat bos te kappen.”
Ook de afname van biodiversiteit heeft gevolgen voor de gezondheid van mens en dier. “De soorten die overblijven—de generalisten—kunnen zich snel aanpassen, maar zijn vaak veel vatbaarder voor ziekte. Virussen worden ook gedwongen om zich aan te passen zodat ze over kunnen springen naar de overgebleven soorten en die soorten geven de virussen onderling dus gemakkelijker door. Het virus muteert en kan ook overspringen op de mens.” Ook hier geldt: de mens is zelf de belangrijkste oorzaak van biodiversiteitsverlies.
Symposium: Paradigm shifts for Global One Health
Tijdens het internationale symposium Paradigm shifts for Global One Health, dat plaatsvindt van 22 - 25 april in Wageningen, komen deskundigen op het gebied van One Health samen. Ze delen daarbij kennis over mens, dier en ecosystemen in relatie tot gezondheid.
Mens op gelijke voet met dier en milieu
Bij het heroverwegen van onze verhouding tot de natuur, lopen we het risico onszelf centraal te blijven stellen. “Een promovendus die onderzoek deed naar toepassingen van een One Health-benadering, Joost van Herten, ontdekte dat daarbij in veel gevallen de gezondheid van dieren en ecosystemen nog steeds in dienst werd gesteld van menselijke gezondheid,” vertelt Bovenkerk. “Ik pleit ervoor om verder te gaan en de mens op gelijke voet te plaatsen met dieren en het milieu. Ook dieren zouden geen onnodige gezondheidsrisico’s moeten lopen en ecosystemen verdienen bescherming tegen ingrepen die de ziektedruk kunnen verhogen.”
“Neem de veehouderij. Tijdens de Q-koortsuitbraak in 2007 zijn in Nederland 50.000 geiten afgemaakt om de ziekte een halt toe te roepen. 4000 mensen liepen de ziekte op, waarvan uiteindelijk 95 mensen overleden.” Ruimen was niet de enige optie: de dieren konden ook worden getest of zelfs gevaccineerd. De keuze voor ruimen werd gemaakt om tijd en kosten te besparen, ten koste van de geiten. “One Health dwingt ons om deze situatie opnieuw te overdenken. Is het eerlijk dat ons vee het grootste risico loopt als er een ziekte uitbreekt? Of kunnen we de veehouderij bijvoorbeeld afschalen, zodat de dieren minder dicht op elkaar staan en besmettingsgevaar afneemt?”
Gezondheidsrisico’s terugdringen
“Als we One Health serieus nemen, moeten we de manier waarop we met gezondheid omgaan ingrijpend veranderen,” stelt Bovenkerk. In 2021 stelde het One Health High Level Expert Panel ook dat er moet worden gezocht naar een balans tussen de gezondheid van mens, dier en ecosysteem. Dat vraagt om een systeemverandering die risico’s eerlijk verdeelt. “Als we dicht in de buurt bij dieren willen wonen, wat denk ik verrijkend is, zullen we ook een bepaald gezondheidsrisico moeten aanvaarden. Tegelijk denk ik dat we over de gehele linie de gezondheidsrisico’s kunnen terugdringen.”
We hoeven niet te wachten tot de volgende ziekte zich aandient. “Overheden en bedrijven zetten soms liever in op meer fotogeniek crisismanagement, zoals een vlugge respons met vaccins. Een One Health-benadering vraagt ons ook om de opzet van onze maatschappij opnieuw onder de loep te nemen, zodat we uitbraken juist kunnen voorkomen. Kunnen we monoculturen vervangen door biodiversiteits-positieve alternatieven? Kunnen we intensieve veeteelt afschalen? Nederland is na de Verenigde Staten de grootste exporteur van landbouwproducten ter wereld. Wellicht dat we die titel af moeten staan.”