category_news
WBVR-biotechnici Romy Dresken en Sophie van Oort winnen prijs alternatieven voor dierproeven
Romy Dresken en Sophie van Oort zijn op de Biotechnische Dagen in Den Bosch beloond voor hun bijdrage aan het ontwikkelen van alternatieven voor dierproeven. Beide biotechnici zijn werkzaam bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR, onderdeel van Wageningen University & Research) en werken mee aan onderzoek naar luchtwegvirussen op basis van complexe celsystemen. Dit onderzoek draagt bij aan het vervangen van dierproeven.
“Onze collega’s Romy Dresken en Sophie van Oort zijn essentieel geweest voor het ontwikkelen van de complexe celsystemen voor landbouwhuisdieren”, aldus senior onderzoeker Rik de Swart, bij WBVR verantwoordelijk voor het betreffende onderzoek. De complexe celkweekmodellen worden onder andere ingezet voor het bestuderen van veterinaire luchtweginfecties. De Swart prijst de langdurige betrokkenheid van beide collega’s en hun proactieve houding die leidde tot het testen van hun eigen ideeën. “Hun bijdrage aan dit onderzoek heeft ons werk succesvol gemaakt.” Vanwege hun betekenis voor dit alternatief voor dierproeven, droeg De Swart samen met zijn collega Nora Gerhards beide analisten voor aan de Commissie Prijs Alternatieven voor Dierproeven (CPAD).
Alternatieven
CPAD is een initiatief van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De prijs wordt toegekend aan proefdierverzorgers, biotechnici of analisten die een bijzondere bijdrage leveren aan de (mogelijkheden tot) vermindering, vervanging of verfijning in het proefdiergebruik ten behoeve van onderzoek of onderwijs. De CPAD-jury onder leiding van professor Coenraad Hendriksen onderschreef de betekenis van Dresken en Van Oort en beloonde hen met een bedrag van 1250 euro.
Uitreiking
De prijs werd op 5 november 2024 tijdens de Biotechnische Dagen in Den Bosch uitgereikt door Henk Jan Ormel, voorzitter van de Centrale Commissie Dierproeven. Ormel is werkzaam geweest als dierenarts, Tweede Kamerlid en was lid van het Europese parlement geweest. Hij benadrukte de belangrijke rol van biotechnici in het werk met proefdieren, roemde hun grote betrokkenheid bij het welzijn van de dieren en riep de aanwezigen in de zaal op om trots te zijn op hun werk. Hij onderschreef het doel om op termijn dierproeven overbodig te maken, maar sprak ook de verwachting uit dat dit op korte termijn (nog) niet haalbaar is.
De Swart en zijn team ontwikkelden een proefdiervrije methode hebben om virus zonder genetische veranderingen te kunnen bestuderen. Dit model voor veterinaire luchtwegvirussen is onder andere gebruikt voor onderzoek naar de gevoeligheid van het luchtwegepitheel van koeien voor infectie met het vogelgriepvirus. De ontwikkeling van deze expertise is mede mogelijk gemaakt dankzij ondersteuning vanuit twee investeringsprogramma’s van Wageningen University & Research: Next Level Animal Science (NLAS) en Early Recognition and Rapid Action in Zoonotic Emergencies (ERRAZE@WUR).