Project
COVID-19 bestrijden bij dieren en mensen
Uit diverse landen komen er signalen dat het coronavirus SARS-CoV-2 ook dieren – met name katten en marterachtigen – kan infecteren. Op dit moment wordt het risico voor de volksgezondheid als verwaarloosbaar gezien. De drijvende kracht achter de COVID-19 pandemie is immers overdracht tussen mensen. Echter, wanneer deze overdracht sterk is teruggebracht, kan een virusreservoir in dieren een belangrijker risico gaan vormen. Daarom heeft het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) gevraagd om grootschalig onderzoek naar COVID-19 bij huisdieren.
Het onderzoeksproject
Diverse onderzoeksgroepen, verenigd binnen het Netherlands Centre for One Health, werken daarom samen aan het interdisciplinaire onderzoeksproject genaamd ‘Fighting COVID-19 in animals and humans, a one health approach’. De faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht (UU) coördineert het project.
De onderzoeksresultaten dienen straks als wetenschappelijke basis voor de strategie van beleidsmakers en belanghebbenden, zoals dierenartsen en diereigenaren, omtrent de omgang met dieren tijdens deze pandemie.
Zes deelonderzoeken
Het onderzoeksproject is onderverdeeld in zes deelonderzoeken.
1. SARS-CoV-2 bij honden en katten in Nederlandse huishoudens
Bij incidentele gevallen is gebleken dat eigenaren die positief zijn getest op COVID-19 het virus kunnen overdragen op hun hond of kat. Daarom wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van het virus en antistoffen tegen het virus bij honden en katten in zowel COVID-19 positieve huishoudens als huishoudens zonder COVID-19 associatie. Utrecht Universiteit leidt dit onderzoek.
2. SARS-CoV-2 in verschillende dierpopulaties
Incidentele gevallen van SARS-CoV-2 in gezelschapsdieren en resultaten uit eerdere studies roepen vragen op over de rol van dieren in de pandemie. Vooral in ons dichtbevolkte land met veel huisdieren, kunnen dieren een reservoir vormen en daarmee een heropleving van COVID-19 bij mensen veroorzaken. Daarom onderzoeken we het vóórkomen van SARS-CoV-2 in verschillende dierpopulaties. Utrecht Universiteit leidt dit onderzoek.
3. Ziekteontwikkeling en overdracht bij katten
Uit diverse studies blijkt dat katten gevoelig zijn voor het SARS-CoV-2 virus. Omdat mensen en katten nauw met elkaar samenleven, is het belangrijk om te achterhalen of het coronavirus effectief overgedragen kan worden tussen katten en tussen katten en mensen. Professor Wim van der Poel van Wageningen University & Research leidt dit onderzoek.
Wat houdt het onderzoek in?
In dit onderzoek onderzoeken wetenschappers de vatbaarheid van katten en de manier waarop overdracht tussen katten precies verloopt. Als blijkt dat katten effectief het virus aan elkaar kunnen overdragen, zijn er mogelijk aanvullende maatregelen nodig om de COVID-19 pandemie onder controle te krijgen en houden. Samen met de onderzoekers van deelonderzoek 5 "Modellering van de overdracht tussen kat en mens" zal de effectiviteit van dergelijke maatregelen onderzocht worden.
Daarnaast onderzoeken wetenschappers het klinische beeld en de aanmaak van antistoffen naar aanleiding van een infectie. Net als in mensen zijn de verschijnselen van COVID-19 in katten niet eenduidig. Er zijn aanwijzingen dat sommige antistoffen zelfs bijdragen aan het ziektebeeld dat ontstaat. Deze studie zal hier meer inzicht in verschaffen. Daarnaast zullen de resultaten van deze studie gebruikt worden als basis voor vaccinonderzoek.
4. Genetisch onderzoek van SARS-CoV-2 in mens en dier
Een kenmerk van RNA virussen, zoals SARS-CoV-2, is dat deze makkelijk muteren: door continue veranderingen in het genetisch materiaal ontstaat er genetische diversiteit. Het in kaart brengen van de genetische diversiteit van een virus vormt een belangrijk onderdeel in het brononderzoek. Het Erasmus Medisch Centrum leidt dit onderzoek.
5. Modellering van overdracht tussen katten en mensen
Dankzij maatregelen zoals afstand houden, handen wassen en thuis blijven bij milde klachten, krijgen we de pandemie onder controle. Echter, als uit dit onderzoek blijkt dat katten ook een rol spelen in de overdracht van SARS-CoV-2 tussen huishoudens, dan zijn er mogelijk aanvullende maatregelen nodig. Wiskundige modellen leveren hieraan een belangrijke bijdrage. Professor Mart de Jong van Wageningen University & Research leidt dit onderzoek.
Wat houdt het onderzoek in?
In dit deelonderzoek onderzoeken wetenschappers in hoeverre de overdracht van SARS-CoV-2 tussen huishoudens afhangt van reeds genomen interventies (social distancing, handen wassen etc.) en van de aanwezigheid of afwezigheid van katten. Als blijkt dat katten een rol spelen in de overdracht van SARS-CoV-2 tussen huishoudens, dan kan het R getal lokaal in gebieden met veel katten weer toenemen tot boven de 1, waardoor het virus daar kan blijven circuleren. Om meer inzicht in dit proces te krijgen, gebruiken wetenschappers wiskundige modellen.
Mart de Jong leidt dit onderzoek: “De vraag die beantwoord moet worden, is in hoeverre het infectierisico voor mensen onder bepaalde omstandigheden afhankelijker wordt van infecties in dieren, in het bijzonder katten. De vervolgvraag is hoe we met dit risico om dienen te gaan. Dit onderzoeken we door middel van modellen.”
Waarvoor worden wiskundige modellen gebruikt?
6. Het delen van bevindingen
uit onderzoek
De resultaten van dit onderzoeksproject dienen als wetenschappelijke basis voor de strategie van beleidsmakers en belanghebbenden, zoals dierenartsen en diereigenaren, omtrent de omgang met dieren tijdens deze pandemie. Adequate communicatie over de onderzoeksresultaten is dan ook essentieel. Alle wetenschappelijke publicaties en verschijningen in de media worden gebundeld op onderstaande pagina.