Project
Microbioom program
In een circulaire economie wordt gebruik gemaakt van afvalstoffen als grondstof voor nieuwe producten. Datzelfde geldt ook voor een dierlijke afvalstroom zoals mest dat gebruikt kan worden als plantenmeststof en bodemverbeteraar in de land- en tuinbouw. Echter, er zijn risicos verbonden aan hergebruik van afvalstoffen, zoals dierlijke mest waarvan alleen in NL al jaarlijks 70 miljoen ton wordt geproduceerd. Deze mest wordt voor het overgrote deel (al dan niet verwerkt) op het land uitgereden als meststof.
Eén van de risicos bij mest is het veelvuldig voorkomen van antibioticumresiduen afkomstig uit de veehouderij. Antibioticumresiduen kunnen circuleren via mest naar bodem en plant waardoor er een constante selectiedruk blijft bestaan op natuurlijke microbiologische populaties in de circulaire productieketen van dierlijke tot plantaardige humane voeding. Naast antibioticumselectiedruk bestaat er een tweede risico en dat heeft betrekking op overdracht van zoönotische (met name virale en bacteriële) pathogenen die via orale opname door consumptie van verse groenten en fruit in de mens terecht kunnen komen. Het doel van dit KB project is om transmissieroutes van antibioticumresistentiegenen en voor de mens belangrijke pathogenen via mest, bodem en plant in kaart te brengen. Hiervoor is een koppeling tussen microbiële levensgemeenschappen in mest (dierlijke darmsystemen), bodem en planten noodzakelijk.
Mest
Humaan pathogene bacteriën en virussen en antibioticumresistentie genen in diverse bacteriesoorten kunnen via dierlijke mest worden overgedragen naar planten. Dierlijke mest is onmisbaar voor een circulaire plantaardige productie omdat het planten voorziet van waardevolle voedingsstoffen, zoals N, P, en als bodemverbeteraar.
Aan de andere kant is mest een afval product voor de dierlijke productie sector. Beide productiesectoren kunnen van elkaar profiteren als er garantie komt op de microbiële veiligheid van mest.
Basisleggende kennis
Het doel van dit onderzoek is dan ook om basisleggende kennis te vergaren over de aanwezigheid van microbiële risicofactoren in mest, bodem en planten. Deze kennis wordt verkregen op basis van moderne next generation DNA sequencing technologieën. Verkregen kennis is basisleggend voor ontwikkeling van nieuwe beheersmaatregelen in dierlijke en plantaardige productie sectoren en voor ontwikkeling van (moleculaire) toestmethoden om risicofactoren in een vroegtijdig stadium te kunnen signaleren in diverse milieu compartimenten, inclusief vers voedsel.